In gesprek met...
Pianoduo Elato
Kirsten Gedeshi & Lenny Bui-Vandeput
‘Muzikaal zijn we 'aligned' zonder woorden'
Het Goudse pianofestival heeft een primeur. Op vrijdagavond, op Valentijnsdag, wordt het publiek bij het dinerconcert getrakteerd op een optreden van het Pianoduo Elato uit België. Het is voor het eerst dat dit duo in Nederland optreedt. Het duo speelt werken van Dvorák, Debussy en Tchaikovsky.
​
Het Pianoduo Elato wordt gevormd door Kirsten Gedeshi (24) en Lenny Bui-Vandeput (28). Ook in het dagelijkse leven een duo. Ze zijn door Mieke Verduijn, de artistiek leider van het festival, gekozen uit de meer dan dertig jonge pianisten die reageerden op de oproep om een programmavoorstel te doen voor het dinerconcert. Kirsten en Lenny stuurden drie voorstellen in, elk met een eigen muzikale invalshoek. Dat mondde uiteindelijk uit in het programma ‘Dansende dromen’ met daarin De Slavische dansen, opus 72, nr. 2 en 5 van Anton Dvorák, de Petite Suite van Claude Debussy en The Sleeping Beauty Waltz van Pjotr Tchaikovsky (gearrangeerd door Sergej Rachmaninoff). “Het zijn kalme stukken. Ze sluiten goed aan bij de intieme setting en bij de vertering van het eten”, aldus Lenny.
De Slavische dansen
Het mooist van de drie zijn de Slavische dansen, “mede door het orkestrale karakter. Heel toepasselijk voor een romantisch diner”, vindt Kirsten. Dvorák componeerde dit stuk in 1886. “De Slavische dansen zijn speels. Hierdoor hebben wij de vrijheid om aan elke uitvoering een andere draai te geven. Elke versie die wordt gespeeld, is steeds weer anders en spannend”, valt Lenny haar bij. “De Petite Suite, een stuk uit 1888, bijvoorbeeld wordt gezien als een van zijn meer simpelere stukken. Maar het is zeer passend. Het komt uit het vroeg-impressionisme.”
​
Met Kirsten en Lenny zitten, zoals ze zelf zeggen, twee hoogromantische pianisten achter de vleugel. “Wij zoeken het in de laatnegentiende-eeuwse muziek. En in de vroeg-twintigste, in Ravel. En in het vroeg-impressionistische werk”, geven ze aan.
​
Quatre-mains
Lenny (28) en Kirsten (24) vormen al sinds 2019 een pianoduo. Ze leerden elkaar kennen aan het Conservatorium van Brussel. Concerten geven ze op twee vleugels, maar ook quatre-mains. Dat laatste doen ze ook in Gouda. “De grootste uitdaging bij quatre-mains is dat je samen speelt op één klavier. De 88 toetsen zijn van ons tweeën. Het grootste deel van de muziek speelt zich af in het middendeel van het klavier. Hierdoor zitten wij dus vaak in elkaars vaarwater”, vertelt Lenny. “Als pianist ben je gewend om één klavier zelf volledig te controleren. Nu moet je de pedaal ‘geven’ aan een ander. Dat is de grootste uitdaging.”
Intuïtief en analytisch
Kirsten: “Als je met twee instrumenten speelt, moet je veel meer blenden. Je moet dezelfde klank spelen.” Dat blenden is een kunst op zich, die groeit door intensief en veel samenspelen. Het is een kwestie van muzikaal naar elkaar toegroeien. “Het is een gezamenlijke zoektocht naar het juiste evenwicht”, zegt Lenny. “Wij zijn solo twee totaal verschillende pianisten. Kirsten heeft in haar spel een sterk technische achtergrond.” Kirsten, zegt Lenny, kan ontzettend “venijnig, snel” spelen, in tegenstelling tot hemzelf. Kirsten: ”Lenny speelt meer intuïtief. Voor mij moet alles eerst analytisch meer uitgevogeld zijn. Dat is een andere benadering.”
Tijdens het dinerconcert spelen Lenny en Kirsten quatre-mains op één vleugel.
Muzikale visie
Lenny: “Elke muzikant heeft zijn eigen visie op een muziekstuk. Ieder van ons legt andere accenten in het spel. Je moet dus een balans daarin zoeken. Dat maakt het uitdagend en leuk. Je wordt complementair aan elkaar. Je deelt elkaars sterkste delen.” Hoe iets uiteindelijk moet gaan klinken, gaat in samenspraak en goed overleg, nadat ieder het stuk eerst afzonderlijk heeft ingestudeerd om het goed te leren kennen. “Daarna komen we tot een gemeenschappelijk idee”, aldus Lenny. “Muzikaal zijn we ‘aligned’ zonder woorden.”
Perfectioneren in Korea
Kirsten en Lenny hebben onder andere een half jaar in Zuid-Korea gestudeerd om hun spel verder te perfectioneren. Daarnaast volgden ze ook in Europa diverse masterclasses bij toppianisten. “Het aantal klassiekgeschoolde pianisten uit Azië groeit enorm. In Korea leeft de klassieke muziek veel meer dan bij ons. Klassieke muziek spelen is daar een prestigeding. Bij ons is het meer ‘een hobby’”, vertelt Lenny. “Korea was voor ons onbekend terrein. Men heeft daar een totaal andere benadering van muziek maken. We wilden zien hoe het toch kwam dat zij een andere visie op het spel hadden. We wilden die cultuur ‘vanuit de eerste rij’ ervaren”, zegt Lenny.
De Koreaanse pianistenopleiding
In het onderwijs in Korea wordt in het spel steeds gezocht naar de uitersten. Lenny: “Als iets luid moet zijn, was het nooit luid genoeg. Alle articulaties moesten tot in het extreme worden uitgevoerd. Het kon altijd beter. Dat heeft zijn voordelen. Door die aanpak hebben wij veel gradaties in het ons pianospel leren ontdekken.”
Kirsten: “Didactisch is de aanpak veel harder dan bij ons: ‘Niet pamperen’. Er is daar een enorme competitie binnen de school. In Korea is het zo, dat je niet in militaire dienst hoeft als je een gerenommeerd pianoconcours wint. Ze krikken elkaar daar heel erg op om extreem goed te worden Het is een drilcultuur. Het is vooral belangrijk dat je haarfijn speelt.”
Speelplezier
Voor Lenny en Kirsten was het behoorlijk wennen. Lenny: “Wij hadden al een degelijk niveau. We hadden reeds een master op zak, maar we hebben daar heel erg diep gezeten. De lat ligt er extreem hoog. Er was geen plafond. Je moet altijd beter. In Europa ligt de nadruk meer op het speelplezier van de leerlingen, waar het in Korea iets minder een prioriteit is. Toch raden we het iedereen aan om ernaartoe te gaan. We zijn voor ons zelf ook de lat hoger gaan leggen. We zijn anders gaan spelen. We oefenen sindsdien op een Koreaanse manier.” Kirsten vult aan: "We integreren de
Kijk voor meer informatie over Kirsten en Lenny op www.pianoduo-elato.com
Koreaanse methodes hier en daar in onze studie.” Lenny: “Voor ons is het een extra manier om naar muziek te kijken. Technisch heeft het bezoek aan Korea ons zeer geholpen, muzikaal niet. We hebben daar ‘de’ ambacht van het spelen meegekregen.”
​
Tekst: Ton Schönwetter