top of page

In gesprek met...

Pianoduo Scholtes & Janssens

Pianoduo familieconcert

Scholtes & Janssens (Ronald Knapp).jpg

Een bijzonder familiesprookje in de Sint-Jan

Op zaterdagmiddag 15 februari om 16.00 uur is in de Sint-Jan te genieten van een bijzondere uitvoering van het sprookje van Peter en de Wolf. Het verhaal wordt verteld door Tobias Wenting, begeleid door het bekende pianoduo Lestari Scholtes en Gwylim Janssens. De uitvoering vindt plaats in het kader van Pianofestival Gouda.​​

​

Het muzikale sprookje van Peter en de Wolf is in 1935 gecomponeerd door de Russische componist Sergej Prokofiev. Het stuk is oorspronkelijk geschreven voor een orkest. De uitvoering in de Sint-Jan is een Japanse bewerking voor “één piano en vier handen”. In het oorspronkelijke stuk heeft elke hoofdpersoon uit het sprookje zijn eigen instrument. Ieder personage wordt ook afzonderlijk geïntroduceerd. Zo verklankt/verbeeldt bijvoorbeeld de fagot de opa, de hoorn is de wolf. De klarinet is de kat. De dwarsfluit het vogeltje. De hobo de eend. De strijkers verbeelden Peter. De houtblazers en trompet met de pauken en trom verklanken de jagers. Maar een orkest is helemaal niet nodig. Ook op een piano kun je dat verhaal heel mooi brengen. “De piano is het meest veelzijdige instrument dat er bestaat. Het heeft vele klankkleuren. Je kunt er dus heel veel mee laten horen. De hoorn uit het orkest klinkt als een hoornachtige piano. De klarinet klinkt op de piano nog steeds sluw en een beetje bangig. En de eend zeurt echt op de piano”, vertelt Gwylim.

 

Ontzettend knap stuk

Prokofiev schreef zijn stuk in opdracht van een Moskous jeugdtheater. De muziek moest simpel en verstaanbaar zijn. Aantrekkelijk dus voor kinderen. “Prokofiev is een geweldige componist”, aldus Gwylim. “Het is een ontzettend knap gecomponeerd stuk. Er zitten technisch gezien veel uitdagingen in. Wat hij componeert, is moeilijk om te spelen, maar het kan altijd wat hij op papier gezet heeft. Wat hij schrijft, is heel logisch, maar als je luistert, klinkt het vaak helemaal niet zo logisch. Prokofiev schakelt heel goed tussen donkerte en lichtheid. Het stuk is op een heel pakkende manier geschreven. De muziek is zo opgebouwd, dat er muzikaal van ieder dier altijd ergens één elementje duidelijk aanwezig is”, legt hij uit.

“Het is een briljant stuk”, valt Lestari hem bij. “Het is leuk voor kinderen van 4, maar ook voor volwassenen. Voor Peter en de Wolf ben je nooit te oud. Het is tijdloos.”

external-file_edited_edited.jpg

Pakkende muziek en een spannend verhaal

Gwylim: “De muziek is heel krachtig. En heel herkenbaar voor jong en oud. Wat het voor kinderen zo aantrekkelijk maakt, is pakkende muziek met een spannend verhaal. Het is ook een beetje een luguber verhaal: De wolf eet een eend op! Maar daarna zijn we allemaal toch ook weer heel blij: De eend leeft nog!”

Peter en de Wolf is een lust. “Het stuk heeft heel veel vrolijkheid in zich”, zegt Gwylim. “En Tobias is een mega-energieke verteller met heel veel expressie. Hij speelt alle rollen, maar je hebt niet in de gaten dat je maar met één verteller te maken hebt. Als hij een eend speelt, is hij op dat moment die eend.”

 

Meedoen

Lestari en Gwylim hebben het stuk vaker met Tobias uitgevoerd. Lestari: “In dit stuk is de interactie tussen spelers en publiek heel belangrijk. Het stuk zit vol emoties. De verteller neemt je daarin mee en dat zorgt bij het publiek voor allerlei reacties. Sommige jonge kinderen worden bijvoorbeeld wat stiller als het even wat spannender wordt. Oudere kinderen die het verhaal al kennen, reageren heel enthousiast op alles mee.”

Peter en de Wolf is ook voor het pianoduo driedubbel speelplezier. “Tobias kan kinderen heel goed aansporen en laten inleven in het verhaal. Dan laat hij bijvoorbeeld kinderen mee marcheren met de jagers. Wij zitten zelf achter de piano soms vreselijk te lachen. Het is voor ons zelfs steeds oppassen dat we niet te veel met hem meegaan en hem overstemmen als hij al te uitbundig is.” 

 

Choreografie op de piano

Het arrangement voor Peter en de Wolf is geschreven voor één piano. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Prokofjevs Assepoester, dat Gwylim en Lestari ook vaak spelen. Dit is geschreven voor twee vleugels. “Dat is gemakkelijker”, aldus Lestari. “Met vier handen op één piano heb je minder bewegingsvrijheid. Je moet dan voor de piano voor je handen een soort choreografie maken. Dat is een ingewikkelde.”

​

Nooit klaar

Lestari en Gwylim vormen een pianoduo sinds 2003. Ze zijn dus heel goed op elkaar ingespeeld. Gwylim zit altijd links achter de piano, Lestari altijd rechts. “Als je een duo vormt, begin je met samen dezelfde muzikale taal te spreken. Met gelijk spelen en met elkaar begrijpen in het spel. Dat gaat zelfs tot gelijktijdig ademen aan toe. Letterlijk”, vertelt Gwylim. “Je maakt samen een ontwikkeling door. Je ontwikkelt samen een idee over de speelwijze van een stuk, dat je samen moet uitvoeren. Het is steeds een goede balans zien te vinden tussen vier handen en twintig vingers. Dat laatste moet je eindeloos trainen.”

De kunst zit ‘em vervolgens ook in de uitvoering zelf. Dat vraagt veel van het concentratievermogen. Gwylim: “Tijdens het spelen pas je je continu aan elkaar aan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de een een diepere klank maakt dan de ander of dat iemand in een net iets andere stemming is. In een goed duo kan de ander in het eigen spel daarin meegaan, zodat het toch goed blijft klinken.” 

Video: Pianoduo Scholtes & Janssens speelt de Schubert Fantasie.

​

 

Altijd anders

Elke live uitvoering is steeds weer anders, zegt Gwylim. “Bij een live uitvoering gebeurt heel veel in het moment zelf. Je weet nooit exact wat een volgend moment gaat gebeuren. Bij een cd weet je dat van een uitvoering van te voren wel. Die is altijd hetzelfde. Maar bij een live concert gebeurt er veel om je heen. Veel hangt af van je piano, van het publiek, van de akoestiek en van je eigen stemming, je gevoel als muzikant. Je hebt daardoor bij elk concert steeds weer een andere dynamiek.”

Ook samen spelen op één piano of op twee maakt verschil. “Met twee piano’s worden dingen heel erg hard. Dan moet je klanken ‘uitdunnen’. Dat moet je zo doen dat alles hoorbaar is, ‘transparant’ klinkt”, aldus Gwylim.

 

Topsport

“Pianotechnisch kun je heel erg ver doorgroeien. Bij piano spelen is het net als met topsport: Het is nooit klaar, nooit ‘af’. Je zou ook kunnen beweren dat de componist niet zijn best heeft gedaan. Maar dat is misschien te gemakkelijk geredeneerd”, vertelt Gwylim.

Er valt muzikaal bovendien ontiegelijk veel te ontdekken, vindt hij. “Voor vier handen en voor twee vleugels is ontzettend veel gave muziek gecomponeerd. Ik heb vijfhonderd jaar aan muziek om naar te luisteren en te spelen. De ene keer laat je je verleiden door muziek van de ene componist. Dan weer herontdek je een eerder stuk of ontdek je een nieuw stuk van een andere componist. Er zijn altijd componisten die je nog niet kende en die ook heel erg de moeite waard zijn”, vertelt hij. “En dan zijn er ook nog componisten die ik erg goed vind, maar die me niet liggen qua pianospel.”

 

Carnegie Hall

Lestari en Gwylim (‘Scholtes-Janssens’) zijn ook buiten de landsgrenzen een heel bekend pianoduo. Ze traden op in meer dan dertig landen over de hele wereld en speelden meermaals ook in de wereldberoemde Carnegie Hall in New York. Ook zijn zij initiatiefnemers en artistiek leiders van het Pianoduo Festival Amsterdam, wereldwijd een van de weinige pianoduofestivals die er zijn. Het festival wordt al sinds de start in 2013 ieder jaar gehouden in oktober. Noteren in de agenda dus!

Tekst: Ton Schönwetter

  • Instagram
  • Facebook

©2024 door Nanette Mans, voor Stichting Pianofestival Gouda

bottom of page